sprak ik mezelf toe. Ik nam nog een grote hap adem, wat lastig ging op die hoogte, en duwde mezelf de laatste rotsblokken op. Een moment later werd ik beloond met een adembenemend uitzicht over Mount Everest Base Camp, in de verte de Khumbu Icefall en zelfs het topje van Everest. Ik voelde me euforisch. Yes, dit is waar ik het allemaal voor heb gedaan!’’
Zoals jullie wellicht al in mijn eerdere blog hebben gelezen, zijn mijn vader en ik afgelopen mei afgereisd naar Nepal om daar op 29 mei deel te nemen aan de Everest Marathon. In deze nieuwe blog neem ik jullie graag mee naar de Himalaya, om te delen hoe deze expeditie is geweest, wat tips, dingen die mis gingen en “need to knows’’ voor als jij deze expeditie ook wilt ondernemen. Spoiler: we hebben de marathon succesvol uitgerend en het was fantastisch! Hopelijk komt deze ook op jouw bucket list na het lezen van deze blog.
Great things never come from comfort zones!
Deze is opgericht ter ere van de eerste succesvolle beklimming van de Mount Everest op 29 mei 1953. Toevallig was dat dit jaar precies 70 jaar geleden, wat voor veel festiviteiten bij de finish in Namche Bazar zorgde. Ook de zonen van Tenzing Norgay en Edmund Hillary reisden af naar de bergen om persoonlijk aanwezig te zijn voor de marathon finishers, de speeches en het diner.
Aangezien het nogal wat van je lijf vraagt om van “onder zeeniveau” gewend te raken aan deze hoogtes, trokken mijn vader en ik er een maand voor uit. We verbleven de eerste paar dagen in Kathmandu en probeerden hier echt nog even onze rust te pakken, aangezien we ons goed realiseerden dat de aankomende maand geen “walk in the park” ging worden. We renden ook nog een oefenrondje in de vroege ochtend in het stadspark Ranibari. Kathmandu ligt op een hoogte van “maar” 1400m, maar tijdens het rennen merkten we dit al gelijk aan onze ademhaling en ik wist dat dat nog interessant ging worden in de bergen!
Na een paar dagen in de overvolle stad waren we erg blij dat we deze mochten gaan inruilen voor de bergen. We vlogen om 06:00u vanuit Kathmandu naar Lukla, “de poort naar de Himalaya’” (2860m). De vlucht in het kleine propellervliegtuigje verliep soepel, maar de landing vond ik erg spannend. Lukla staat namelijk bekend als een van de gevaarlijkste vliegvelden ter wereld omdat er alleen op zicht wordt gevlogen en door de korte landingsbaan met stijgingspercentage van 12% (om vliegtuigen te helpen afremmen bij het landen en extra vaart te geven voor het opstijgen). Ik was dan ook erg opgelucht toen we veilig aan de grond stonden! De stilte en rust in de bergen hadden geen groter contrast kunnen zijn met Kathmandu. Hier zijn geen auto’s, toeters en brommers. Alleen ezels, paarden en yaks zijn hier op de paden te vinden, die de weg delen met de Sherpas, porters en hikers. Alles gaat te voet.
Mijn vader en ik hadden vooraf al besloten een week vooruit te gaan ten opzichte van de officiële expeditie om meer tijd te hebben voor onze acclimatisatie. Hierdoor bestond onze reis uit 21 dagen in de bergen, met een extra uitstap naar Thame (3800m). De hoogtes waar we tijdens deze reis mee te maken gekregen hebben, waren nieuw voor mij, daarom waren deze extra dagen geen overbodige luxe. Ook wilden we een aantal loopjes op hoogte doen rondom Namche Bazar (3440m) als onderdeel van ons trainingsplan. Onze extra week deed me dan ook erg goed en onze acclimatisatie loopjes rondom Namche vielen niet tegen. Natuurlijk voelden we de hoogte gelijk zodra je begon te rennen of als je moest gaan klimmen, en er was geen vlakke meter te bekennen. Maar, de vergezichten en onze eerste blik op Everest gaven de burger moed! In Namche ontmoette we ook ons Sherpa team en de expeditie groep, bestaande uit vijf mannen en gelukkig ook één andere vrouw (afkomstig uit o.a. Zweden, Amerika en Argentinië). Onze expeditieleider is Suman, ook zijn Sherpa Mindu, Dilip en Surya onderdeel van het team, die gedurende aankomende weken van onschatbare waarde gaan zijn. De expeditie is volledig georganiseerd door het Everest Marathon team van de Himalaya Expeditions Agency of Nepal.
Gedurende deze drie weken hebben we de marathon route omhoog gelopen, vaak met Nepalese muziek van Surya op de achtergrond. Ik probeerde het parcours goed in me op te slaan want deze kennis ging me helpen met het indelen van mijn energie tijdens de marathon. Vanuit Namche Bazar (3440m), met overnachtingen in Deboche (3870m) en Dingboche (4410m) trokken we naar Chukhung (4750m). Onze groep is ook als enige van alle andere marathon lopers nog naar Island Peak Base Camp (5125m) gegaan. Een aantal van onze groep hebben deze berg ook beklommen (6165m). Ik helaas niet, want op de vooravond van de summit expeditie kreeg ik last van de heftigste hoofdpijn van mijn leven. Mijn zuurstof levels waren goed voor deze hoogte (83%), maar we twijfelden toch of het hoogteziekte was. In overleg met Suman heb ik daarom besloten om niet voor een toppoging te gaan, ook om mijn krachten te sparen voor de aankomende tocht richting Everest Base Camp (5364m). Deze route liep namelijk nog via Lobuche (4940m) en Gorak Shep (5164m) en had hele taaie beklimmingen. Achteraf bleek het een verstandige keuze te zijn dat ik niet voor de summit poging ben gegaan. Helaas heeft de beklimming van Island Peak veel energie van onze groepsleden gevraagd, met ziekte en extreme vermoeidheid tot gevolg. Een van hen heeft zelfs een nacht aan de zuurstof gelegen om het lichaam te helpen aansterken. Ik durf toe te geven dat mijn heftige hoofdpijn waarschijnlijk door de stress kwam, dus door mezelf veroorzaakt. Ik keek zo op tegen de beklimming en twijfelde of ik het wel moest doen. Hier lag duidelijk mijn grens en die heb ik geaccepteerd, ook al zijn je limieten ontdekken en erkennen soms confronterend en moeilijk.
Flash forward naar het begin van week drie. Gelukkig hoefden we tijdens deze hele maand maar twee nachten door te brengen in een tent (Island Peak BC en Everest BC). De rest van de nachten sliepen we in theehuizen, gerund door de lokale bergbevolking. De Nepali zijn een heel warm en gastvrij volk, wat een groot contrast was met het ruige en onherbergzame landschap om ons heen, en dan heb ik het nog niet eens gehad over de kou… Vanaf een uur of 16:00 begon het af te koelen naar het vriespunt. Alleen de gezamenlijke eetruimte werd in de avond verwarmd en dit was dan ook de gezelligste plek in de lodge. Hier hebben we veel tijd doorgebracht met ons expeditie team: lezen, kaartspelletjes, schrijven, veel goeie gesprekken en elke avond namen de we planning en de weersvoorspellingen voor de volgende dag door.
Het bergleven was genadeloos en elke dag beseften we ons dat we in vijandelijk gebied waren
Mentaal voelden we ons allemaal nog altijd sterk, maar er begonnen wel wat lichamelijke kwaaltjes op te spelen. Ikzelf was inmiddels 4 kg kwijtgeraakt en mijn lijf begon te protesteren vanwege het weinige douchen (ongeveer 1 keer per week, waarvoor je 7 euro betaalde voor 3 minuten warm water). Dit, en ook de vele lagen strakke kleding die ik permanent aan had vanwege de kou, zorgden voor een jeukerige uitslag op mijn buik, rug en bovenbenen. Het bergleven was genadeloos en elke dag beseften we ons dat we in vijandelijk gebied waren. De krantenkoppen in Nederland over Everest Expedities voelden altijd zo ver weg, maar nu hoorden we dagelijks over de mislukte top pogingen met doden of vermisten tot gevolg. Dit is uiteindelijk het dodelijkste klimseizoen tot nu toe gebleken, met 17 doden. Daarom was ons Sherpa team van onschatbare waarde. Ze waren attent en zorgzaam en hielden ons goed in de gaten: aten en dronken we goed, sliepen we genoeg, hoe was onze pace tijdens de hikes, waren we in een kletsbui of juist aan de stille kant die dag? Dilip zorgde aan het einde van elke dag voor warme limonade en popcorn, wat al snel het moment van de dag was waar we allemaal het meeste naar uitkeken.
Tijdens één van de laatste hikes richting EBC (Everest Base Camp), realiseerde ik me wat deze marathon zo zwaar en anders maakt: het is al een hele marathon om überhaupt de start van deze marathon te bereiken. Om ons heen, en ook in onze eigen expeditie groep, vielen mensen af of besloten de halve marathon te gaan lopen, welke een stuk lager in Dingboche (4410m) begon. Één van onze groepsleden zei op een dag: “We’re crazy, but we’re not stupid’’. Deze uitspraak vond ik erg passend, want een beetje gek moet je wel zijn om dit te verzinnen. Maar we wisten dondersgoed waar we mee bezig waren en namen alle aspecten van de expeditie serieus. We werden langzaam vriendjes met het afzien en ‘yak-kerden’ gestaag door tot aan raceday. We genoten van de gigantische bergen om ons heen en de onderlinge warmte, gezelligheid en leuke gesprekken. Emoties voelen en tonen is nooit onbekend of moeilijk voor me geweest, maar ik merkte wel dat mijn grip hierop door het rauwe bergleven verminderde. De tranen vloeiden dan ook regelmatig, zowel de ‘’happy tears’’ als de ‘’why am I doing this to myself’’ tears.
De middag voor de marathon kwamen we aan in Everest Base Camp, letterlijk en figuurlijk het hoogste punt van de expeditie (5375m). We hadden het zo getimed dat we maar één nacht hoefden door te brengen op deze hoogte in een tentje in de kou. Want met -15 graden was dit toch wel de koudste nacht die ik me kan heugen en ik heb dan ook geen oog dichtgedaan. EBC is geen gezellig, groen weiland met tentjes maar een chaotische verzamelingen tenten verspreid over een kilometer gletsjer vol rotsen en ijs. Deze waren dan ook door onze slaapmatjes heen te voelen. Je kunt je voorstellen dat dit geen ideale nacht was voor een marathon, maar we hadden dit van te voren verwacht. Dit maakte het echter niet makkelijker om te accepteren dat ik zo vermoeid aan mijn marathon moest gaan beginnen. Dus na een gefrustreerde huil & klaagbui (van mij uiteraard, mijn vader was niet van zijn a propos te krijgen) besloten we om rond 06:00u in beweging te komen. Mijn hydration vest had ik de avond ervoor al klaar gemaakt en in mijn Camelbag ging heet water (zodat het niet zou bevriezen). Verder had ik vanuit Nederland al mijn favoriete hardloop snacks meegenomen voor deze dag en al die weken netjes bewaard: Snickers, Cliff bars, nootjes, Snelle Jelles en SiS gels (en inderdaad, dit moest ik dus ook allemaal mee de berg op dragen de afgelopen 3 weken, haha). Ook mijn poles, zonnebrand, EHBO tasje, veiligheidsdeken en extra warme kleding moesten mee voor het geval het weer zou omslaan. In totaal was mijn vest 5 kilo.
Het ontbijt was zoals we al verwacht hadden niet geweldig (één toastje, een groen ei en waterige havermout). Maar; wat wil je ook op deze hoogte. Dus we hadden ons voorbereid en al deze weken onze eigen Quaker pap en melkpoeder mee de berg op gezeuld. Ik ging naar de eettent om deze voor te bereiden met heet water, maar maakte door mijn gebrek aan slaap een domme fout. Ik mengde de pap met SiS Lemon poeder in plaats van de melkpoeder. Beide substanties zijn witte poeders en ik had niet goed gelezen wat er op de zip Lock zakjes stond. Er zat niks anders op dan de Lemon-Quaker pap zo snel mogelijk naar binnen te schuiven, maar ik kan deze combinatie zeker niet aanraden. Mijn ochtend-maag vond het ook geen geslaagd idee, maar er moest energie in! Helaas betekende deze blunder ook dat we bijna geen elektrolyten meer over hadden voor in onze Camelbags. Geen ideale start, maar we lieten ons niet ontmoedigen. Nadat we al onze spullen in de duffelbag hadden gestopt en aan Sherpa Mindu hadden gegeven, mochten we naar de start. Ik durfde het toen niet hardop te zeggen, maar het leek een stralende dag te gaan worden. We hadden zin om eindelijk aan deze marathon te mogen gaan beginnen na een jaar aan voorbereidingen en al 3,5 week in de Himalaya te zijn.
De start was om 07:00u, iets na zonsopkomst. De Nepalese deelnemers sprintte als eerste weg, zij gingen voor een tijd onder de 4 uur. Onvoorstelbaar voor “ons toeristen”! De internationale renners gingen iets voorzichtiger te werk maar binnen 5 minuten botsten we al tegen de eerste hindernis aan: de alom aanwezige yaks bestormden het parcours en zorgden voor een lachwekkende chaos. Geweldig, dít is nou typisch Nepal! We baanden ons een weg door de kudde en begonnen aan de eerste twee kilometers over het ijs van de Khumbu gletsjer. De renners waarschuwden elkaar constant, we riepen om de haverklap “ice” of “loose rocks”. Aan het begin van de race lag het tempo nog laag omdat rennen gewoon geen optie was: er was geen zuurstof en de kans om je enkels te breken of uit te glijden was te groot. Daarom was het voornamelijk snelwandelen. Ik vond het erg mooi om te ervaren dat er een gevoel van saamhorigheid heerste. Iedereen lette op elkaar en allemaal wilden we de finish zonder kleerscheuren gaan halen. Naarmate de kilometers verstreken spreidden de lopers zich uit, en al snel merkten mijn vader en ik dat we ons in “niemandsland” bevonden. Te langzaam voor de snellers lopers, te snel voor de middenmoot. We hebben daarom uren alleen doorgebracht, maar konden daar eigenlijk wel van genieten!
De 21km bij Dingboche begon in zicht te komen, maar eerst moest de Bibre-loop nog overwonnen worden, welke ik tijdens onze heenreis tot de “shit-loop” heb gedoopt. Waarom? Vanuit Dingboche moesten we 2,5km omhoog rennen tot aan Bibre, om vervolgens precies dezelfde route terug weer af te mogen leggen. Onderweg omhoog kwamen we de snellere lopers tegen die alweer op de “terugweg’” van de loop waren. Psychisch geen feestje en we hadden het mentaal dan ook even zwaar, maar we wisten, na deze loop is het voornamelijk afdalen tot aan kilometer 30, dus daar kunnen we “bij te komen”. Naarmate we afdaalden en meerdere dorpen en verzorgingsposten passeerden, constateerde ik een heerlijk gevoel: zuurstof! Mijn longen voelden voor het eerst in drie weken weer echt vol! Het was een gek contrast want mijn benen en lijf waren inmiddels al goed vermoeid, maar door die extra zuurstof kreeg ik toch een boost.
En die boost was ook wel nodig, want de gevreesde klim naar het Tengboche klooster kwam in zicht. Wat bleek, in ons hoofd was deze een stuk angstaanjagender en voor we er erg in hadden stonden we boven. Maar, de klim naar Tengboche was niet de enige beproeving in de laatste loodjes naar de finish. De letterlijke “muur” naar Namche (waar de finish is) stond ook nog op ons te wachten. Mijn vader grapte nog: “Die extra zuurstof komt nu wel goed van pas”. We besloten om de klim slow but steady aan te vliegen, niet te stoppen, en haalden zelfs anders renners in. Dat pepte ons op en dus klommen we gestaag door. Halverwege begonnen mijn benen te verzuren, ook aan die extra zuurstof had ik voor mijn gevoel niks meer. Mijn vader had het ook zichtbaar zwaar, maar we gaven er allebei niet aan toe. In dat moment realiseerde ik me hoe gaaf ik het vind om dit samen met mijn vader mee te maken, deze herinneringen zullen ons altijd bij blijven.
De laatste kilometers naar de finish waren zwaar, we renden langs talloze Stupa’s en er leek geen einde te komen aan de glooiende paden, die stiekem toch nog flink wat hoogtemeters hadden. Ik weet nog dat mijn knieën ontzettende geïrriteerd voelden door de impact van alle afdalingen. Vlak voor we Namche bereikten vroeg mijn vader hoe ik over de finish wilde komen: “met een grote glimlach en hand in hand, pap”.
Wat een gek gevoel. Zelfs nu ik alweer drie weken thuis ben, kan ik me soms nog niet helemaal realiseren dat ik mijn doel gehaald heb. Het doel waar ik ruim een jaar naartoe heb geleefd en getraind. Toen we over de finish kwamen in Namche had ik tranen verwacht, maar in plaats daarvan kwam er een gevoel van ongeloof en trots. Ik heb er van begin tot eind van genoten, elke bocht met prachtig uitzicht bewust meegemaakt en opgeslagen in mijn hoofd. Hoe is me dit gelukt? Ik denk een gezonde combinatie van durven dromen, motivatie en ijzeren discipline. Niet voor een week of een maand, maar voor meer dan een jaar onafgebroken trainen, plannen en dromen. Great things never come from comfort zones! De redenen om deze prestatie te willen neerzetten kwamen niet voort uit externe motivatie, maar de intrinsieke overtuiging dit voor mezelf te willen doen. Mijn limieten en zwaktes te leren kennen, en nog mooier, mijn kracht te voelen en erachter te komen dat ik tot meer in staat ben dan ik voor mezelf durfde te dromen.
Verbeter je conditie tijdens een van onze Trail Events! Met onze routes variërend van 5 tot 109km hebben wij voor iedere hardloper een passende en uitdagende trail.
Bekijk onze Trail Events kalender eens. Wanneer kom jij je grenzen verleggen?
Met behulp van cookies kunnen we analyses maken en jouw ervaring op onze website verbeteren, lees meer. Ik snap het