De UTVV, mijn zwaarste avontuur ooit!

Blog Joffrey Angevare Ultra Trail UTVV
Over de auteur
Joffrey Angevare
Joffrey is een Ultra runner die het roer heeft omgegooid. Hij is zijn passie gaan volgen! Lees hier meer over Joffrey.

Waar moet ik beginnen? Ik weet het zelf eigenlijk niet eens. Na maanden van intensief trainen sta ik hier, tussen 170 andere trailrunners, aan de start van de 160 kilometer lange UTVV in Slovenië. Het kleine stadje Ajdovščina is omgetoverd tot een bruisende startlocatie, waar opzwepende muziek door de straten galmt. De spanning is voelbaar. Nog tien seconden… en dan begint het. Het grote avontuur. En een avontuur werd het zeker. Onderweg heb ik alles meegemaakt, onderkoeling, slaapgebrek, hallucinaties, extreme vermoeidheid, eindeloze klimmen en afdalingen en stenen, heel veel stenen.

Voor ons doemen de eerste bossen en bergen op, waar de eerste klim al op ons wacht

Daar sta ik dan…

Ik zal bij het begin beginnen. Zoals ik al zei, nog tien seconden tot de start. Daar sta ik dan, samen met Ruben en Onno. De spanning is voelbaar, maar tegelijk heerst er ook een bijna magische rust. En dan… het aftellen. 3, 2, 1 en we zijn weg! Onder luid applaus en gejuich van honderden toeschouwers rennen we over het dorpsplein, richting de rivier. Wat een sfeer. Al die mensen langs de kant, klappend, roepend, aanmoedigend, het voelt alsof je een elite atleet bent. Die energie, dat geluid… het draagt je letterlijk de eerste meters door. Een onbeschrijfelijk moment dat ik nooit zal vergeten.

De eerste bossen en bergen

Nadat we het plein achter ons hebben gelaten, slaan we rechtsaf en volgen we het smalle riviertje dat rustig door het dorp stroomt. Ook hier staan nog overal mensen langs de kant te juichen en aan te moedigen, wat een ontvangst. Na een kilometer of twee verlaten we het dorp en volgen we het pad langs de rivier, de natuur in. Voor ons doemen de eerste bossen en bergen op, waar de eerste klim al op ons wacht. Onno loopt, zoals verwacht, al snel bij me weg, zijn tempo ligt gewoon een stukje hoger. Ik sluit me aan bij een groepje andere Nederlanders en samen vinden we een lekker ritme. In goed gezelschap en zonder al te veel moeite bereiken we de eerste verzorgingspost (VP) op dertien kilometer. Het begin voelt goed.

Dus ik sta op, bibberend, en zet door. Verder… Altijd verder

Eerste serieuze klim

Even snel wat cola, een handje pinda’s en wat chips naar binnen en weer door. Toch voel ik het meteen, eten gaat een uitdaging worden. Zoals wel vaker heb ik na die eerste inspanning nergens meer echt trek in, terwijl ik weet dat mijn lichaam de energie keihard nodig heeft. Maar goed, ik zie onderweg wel hoe het loopt. Op naar post twee en daarmee ook de eerste serieuze klim van de route. Tussen VP-1 en VP-2 wacht een pittige beklimming van zo’n 300 hoogtemeters. Zo’n klim waar je op je tenen omhoog moet, waar geen voet echt plat op de grond komt. Toch voelt het verrassend goed. Ik kan zelfs wat andere lopers inhalen. Klimmen ligt me wel, afdalen ben ik wat minder goed in. Na ongeveer twee uur en vijftig minuten na de start bereik ik VP-2 in Podnanos. Tot mijn verrassing kom ik daar Onno weer tegen. We besluiten samen verder te gaan. Een mooi moment, want een bekende naast je op het parcours kan veel verschil maken.

Domme inschattingsfout

Na Podnanos begint het echte werk. Een lange klim van ongeveer duizend hoogtemeters over een afstand van negen kilometer, een voorproefje van wat deze race echt inhoudt. Het is een eindeloze, slopende tocht omhoog richting de top van de berg Nanos. Alsof de klim nog niet zwaar genoeg is, slaat het weer ineens volledig om. De wind trekt aan, de regen komt met bakken uit de lucht. Ik stop even om mijn regenjas aan te trekken, maar maak dan een domme inschattingsfout, ik laat mijn handschoenen in mijn vest zitten. Terwijl ik verder klim, wordt het steeds kouder en natter. In de verte zie ik eindelijk het grote radarstation opduiken in het donker, een bekend herkenningspunt. We zijn gestart om zeven uur ’s avonds, dus inmiddels is het aardedonker. VP-3 ligt bij dat radarstation, maar het lijkt alsof het gebouw maar niet dichterbij wil komen. Onno is inmiddels alweer uit zicht.

Uiteindelijk bereik ik VP-3, maar ik heb het inmiddels ijskoud. Vooral mijn handen zijn gevoelloos geworden en ik krijg mijn drinkbekertje niet eens uit het clipje van mijn vest. Gelukkig helpt een vrijwilliger me even een handje en er wordt wat cola voor me ingeschonken. Ik zak neer op een bankje om bij te komen, maar begin direct ongecontroleerd te rillen. Ik weet genoeg, dit zijn de eerste tekenen van onderkoeling. Met moeite trek ik mijn handschoenen alsnog aan. Ik weet dat ik nu niet moet blijven zitten, want als ik hier te lang blijf dan loop ik het risico dat de medische staf me uit de race haalt. Dus sta ik op, bibberend, en zet door. Verder… Altijd verder!

Een vertrouwd gezicht midden in de race

Vanaf hier wacht een lange afdaling, 1150 meter omlaag, verspreid over zeventien kilometer. Gelukkig is de regen gestopt en begint mijn lichaam langzaam weer op temperatuur te komen. Ik voel het warme bloed weer door mijn vingers stromen en eerlijk, ik heb nog nooit zulke pijnlijke vingertoppen gehad. Alsof er duizenden naalden in prikken. Maar na een paar kilometer trekt dat gevoel weg en voel ik me verrassend goed. De hele afdaling naar Vipava loop ik alleen, omgeven door de stilte van de nacht. Het enige licht komt van mijn hoofdlamp, die een smalle strook van het pad voor me verlicht.

Ruim voor de cut-off tijd bereik ik VP-4 in Vipava. En daar, op dat punt waar alles even stil lijkt te staan, zie ik Daniëlle op me wachten. Een fijn moment, een vertrouwd gezicht even thuiskomen in het midden van de race. Ik besluit hier iets langer te blijven hangen. Drinken bijvullen, mijn vest ordenen, proberen wat eten binnen te krijgen en kort uitrusten. Twintig minuten later stap ik opnieuw de duisternis in. Klaar voor de volgende uitdaging, een klim van 1200 hoogtemeters. Het avontuur gaat verder.

Eerste dropbag

Ook dit is weer zo’n eindeloze klim, kronkelend over prachtige single tracks die zich door de bossen omhoog slingeren. De wereld om me heen is stil, afgezien van het ritmische geluid van mijn stappen en ademhaling. Langzaam begint de duisternis te wijken en breekt de dag aan. Een voorzichtig zonnetje komt tussen de wolken door en werpt een zacht licht over het landschap. Na zo’n 800 hoogtemeters bereik ik een berggraad en word ik getrakteerd op een adembenemend uitzicht. Even sta ik stil om het in me op te nemen, dit zijn de momenten waarvoor je het doet.

Ik vermoed dat ik nu wel in de buurt van VP-5 moet zijn, rond de 60 kilometer, maar dat blijkt iets te optimistisch. De post laat nog even op zich wachten. Uiteindelijk kom ik aan in Otlica, waar VP-5 zich bevindt en waar ook mijn eerste dropbag op me ligt te wachten. Een belangrijk punt in de race. Ik kleed me om, eet wat lekkers uit mijn eigen voorraad en neem zelfs even de tijd om mijn tanden te poetsen. Een klein ritueel dat wonderen doet voor hoe je je voelt. Hier zie ik ook Ruben weer. Na een korte pauze besluiten we samen op pad te gaan richting de volgende post, die op 1200 meter hoogte ligt. Een etappe van tien kilometer, we zijn weer onderweg.

Het lijkt een klein detail, maar op dit soort momenten telt elk beetje vooruitgang.

Je voelt je klein en groots tegelijk

De route van Otlica naar Mala Gora (VP-6) is opnieuw een afwisseling van klimmen en dalen, over smalle single tracks en alpenweides bezaaid met stenen. Het pad is technisch, maar prachtig. Op sommige stukken opent het landschap zich en krijgen we indrukwekkende uitzichten over de vallei ver onder ons. Het zijn die momenten waarop je even vergeet hoe zwaar het is, je voelt je klein en groots tegelijk.

Na een lange etappe, wanneer de vermoeidheid langzaam begint toe te slaan, horen we opeens muziek uit het bos komen. Een trommel, een accordeon, en ergens een ratel, een vrolijk, bijna surrealistisch geluid dat aangeeft dat VP-6 dichtbij is. Bij aankomst maken we een korte stop. Even bijtanken, wat drinken en snel weer door. De volgende verzorgingspost ligt op 80 kilometer. Tot mijn eigen verbazing voelen mijn voeten en benen nog steeds goed. De energie is er, ondanks dat eten nog altijd niet vanzelf gaat. Maar ik weet, zolang ik blijf bewegen, blijf ik in de race.

Eindelijk krijg ik eten naar binnen

Het stuk na Mala Gora is zonder twijfel een van de meest technische delen van het parcours. Het terrein is verraderlijk, vol losse stenen, scherpe overgangen en steile stukken waar je continu moet opletten waar je je voeten neerzet. Op een gegeven moment gaan we zelfs dwars door een puinveld met niets anders dan schuivende steentjes onder ons. Niet veel later belanden we op een smalle single track, links een afgrond van honderden meters diep, rechts een steile rotswand die recht omhoog rijst. De focus moet hier maximaal zijn. Ruben en ik klimmen en klauteren voorzichtig verder, stap voor stap, volledig in het moment.

Uiteindelijk bereiken we ook VP-7 weer ruim binnen de cut-off tijd. Hier ontdek ik iets dat een klein keerpunt betekent, soep. De warme bouillon van de organisatie blijkt perfect te zijn voor mijn maag, die al sinds het begin moeilijk doet over vast voedsel. Vanaf dit punt besluit ik om bij elke post waar het kan soep te nemen het is het enige wat goed blijft hangen en me energie geeft. Het lijkt een klein detail, maar op dit soort momenten telt elk beetje vooruitgang.

Moe, zielig en alleen

Na een korte stop vertrek ik weer samen met Ruben. Eerst volgt een lange afdaling, die we soepel afleggen, om vervolgens opnieuw aan een stevige klim van zo’n 400 hoogtemeters te beginnen. Halverwege de klim raak ik Ruben kwijt. Geen paniek, hij is sterk in de afdalingen en ik ga ervan uit dat hij me later wel weer inhaalt. Bij VP-8 op 90 kilometer besluit ik even te wachten, maar als het wachten langer duurt dan verwacht, besluit ik om samen met Daniël, een andere Nederlandse loper, door te gaan. Voor ons ligt opnieuw een klim, dit keer 600 hoogtemeters omhoog naar een bijzonder punt op de route, een 500 meter lange tunnel uit de Eerste Wereldoorlog, waar we dwars doorheen moeten. Het is donker, koud en vochtig, een avontuur op zich.

Na de tunnel volgt de afdaling naar VP-9 in Rožna Dolina. Ondertussen loop ik weer alleen. Het wordt mentaal zwaarder. Vanaf hier ligt er een vlak stuk van 20 kilometer voor me, bedoeld om de oversteek naar de andere kant van het dal te maken, richting de route terug naar de finish. Maar dat vlakke stuk betekent asfalt. Veel asfalt. En ik haat asfalt. Ondertussen begint het ook weer donker te worden en gaan we de tweede nacht in. Mijn hoofd begint tegen me te werken. Ik voel me opeens moe, zielig, alleen. De gedachte om op te geven dringt zich op, hoe lekker zou het zijn om in dat warme busje te stappen, niet meer te hoeven lopen? Maar dan komt de realiteit weer terug. Niemand heeft ooit gezegd dat dit makkelijk zou zijn. Maanden heb ik hiervoor getraind. Niet zeiken. Gewoon doorlopen.

Heftige tegenslag

Bij VP-9 tref ik Daniël weer en samen vervolgen we onze weg naar VP-10 op 121 kilometer, waar onze tweede dropbag klaar zou moeten liggen. Al kilometers kijk ik uit naar mijn Red Bull, knijpfruit en vooral droge, warme kleding. Een klein vooruitzicht dat je op de been houdt. Ook hier komen we ruim op tijd aan, zo’n vier uur voor de cut-off. Maar dan een enorme domper. Hoe goed ze ook zoeken, mijn dropbag is nergens te vinden. Shit… en nu? De vrijwilligster van de organisatie lijkt het nog rotter te vinden dan ikzelf. Ze belt zich suf, probeert van alles te regelen. Ondertussen check ik wat ik nog heb, drie gels, vijf magnesiumshots en wat zouttabletten. Niet ideaal, maar het is iets.

Hallucineren hoort erbij

Langzaam begin ik echt moe te worden. Het is inmiddels de tweede nacht zonder noemenswaardige slaap, en dat begint zijn tol te eisen. Mijn hoofd wordt wazig, mijn gedachten worden onsamenhangend en daarna begint het, hallucinaties. Langs het pad zie ik vier uilen in een trapauto zitten, een baby die in een plas water ligt en een boom die verandert in een enorm doodshoofd. Ik weet dat het niet echt is, maar toch… het voelt even alsof mijn brein met me aan het spelen is. “Ach, hallucineren hoort erbij,” denk ik droog. Het is bijna een mijlpaal op zich.

Dropbag

Na een zware klim en een pittige afdaling komen we eindelijk aan bij VP11. Zodra ik vraag naar het droge shirt dat voor me zou klaarliggen, toveren de vrijwilligers plotseling iets veel beters tevoorschijn, mijn dropbag. Ze hadden hem bij de start teruggevonden en speciaal iemand met een auto gestuurd om hem naar deze post te brengen. Wat een moment. Schone kleren, droge sokken, een blikje Red Bull en mijn vertrouwde knijpfruit, het voelt als een luxe resort na alles wat we achter de rug hebben. Na een korte pauze van twintig minuten gaan Daniël en ik weer op pad.

Soldaten langs de route

Tijdens deze etappe begint de vermoeidheid echt zijn tol te eisen. Zowel Daniël als ik beginnen wat te zwalken op het pad. Onze passen zijn minder zeker, onze reacties trager. Af en toe dommelen we bijna in terwijl we lopen. Op een gegeven moment wijs ik Daniël op een groepje soldaten die langs de kant van het pad lijken te staan. Hij kijkt me verbaasd aan. Als ik dichterbij kom, blijkt het gewoon een rotswand te zijn. Oké… tijd voor actie. We besluiten samen om even een powernap te doen, vijftien minuten liggen we in het gras aan de rand van het pad. Kort, maar precies wat we nodig hebben.

Na die mini-slaap voelen we ons allebei iets beter. En als we weer op pad zijn, horen we al van ver de volgende verzorgingspost aankondigen, elke keer als er een loper arriveert, gaat er een luchtalarm af. Een vreemd, maar motiverend geluid in de verte. Het wordt inmiddels weer licht en dat geeft een mentale boost. We naderen Branik, waar deze post in een oud kasteel is gevestigd. Een bijzondere locatie, alsof je even een andere wereld binnenstapt. Ondertussen heb ik ook de augurken ontdekt bij de posten, en ik eet het hele bord leeg. Zout, zuur, perfect. Tot mijn verrassing sluit ook Ruben zich hier weer bij ons aan. Met zijn drieën gaan we op pad naar de voorlaatste post in Planina. De finish komt nu echt dichterbij.

Ruben verdient respect met hoofdletter R

Daniël lijkt weer wat energie te hebben gevonden en loopt al snel voor ons uit. Ruben en ik blijven samen, in ons eigen rustige tempo. Heel veel snelheid zit er niet meer in, maar dat maakt nu eigenlijk niet meer uit. Zelfs als we zouden gaan kruipen, halen we de finish nog ruim binnen de cut-off. Toch blijft het afzien. De klim en afdaling richting Planina, de voorlaatste post, hakken er nog behoorlijk in. Ruben heeft zichtbaar last van zijn voeten, elke stap lijkt hem pijn te doen. Maar hij blijft doorlopen. Geen gezeur, geen klagen, gewoon door. Respect met een hoofdletter R. We lopen verder, vastberaden, met nog maar één doel voor ogen, de finish.

Vanaf Planina is het nog zes kilometer tot de finish. Hardlopen kun je het eigenlijk niet meer noemen, maar toch hobbelen we gestaag door. De benen zijn leeg, maar de wil is nog springlevend. We besluiten samen over de finish te lopen. Eén van ons zou het misschien nog net onder de veertig uur kunnen redden, maar dat boeit nu niet meer. Het gaat allang niet meer om de tijd, het gaat om het afmaken, om het samen volbrengen van dit bizarre avontuur.

Nieuwe vrienden, nieuwe verhalen, herinneringen voor het leven

Alle ellende valt van onze schouders

We lopen onder de snelweg door en volgen het riviertje terug richting Ajdovščina. En dan, ineens, zien we Noor en Maria van de groep die mee is via Trail Events. Ze staan daar, juichen, schreeuwen, rennen zelfs een stuk met ons mee. Die energie werkt als een turbo. Ineens kunnen we weer tempo maken, alsof het lichaam nog één keer alles eruit perst. Nog drie bochten…

En dan, na iets meer dan 40 uur onafgebroken strijden, 166,17 kilometer en 6830 hoogtemeters, komen Ruben en ik samen over de finish. Daar staat Daniëlle, mijn vrouw, met de andere deelnemers van Trail Events, juichend, klappend, stralend. We hebben het gedaan. Niet alleen gefinisht, maar ook herinneringen gemaakt die we nooit meer vergeten.

Hier, bij de finish, valt alles van ons af. De spanning, de pijn, de vermoeidheid, alles maakt plaats voor één overweldigend gevoel, we hebben het geflikt. Wat een tocht. Wat een avontuur vol ontbering, tegenslag, slaapgebrek en bovenal… overwinning. Eindelijk nemen we die felbegeerde medaille en ring in ontvangst en zijn wij een ‘Emperor’ van de UTVV, symbool voor alles wat we onderweg hebben doorstaan. De knuffel van Daniëlle voelt zo lekker, net als de oprechte felicitaties van de enthousiaste groep, met wie we de hele week deze ervaring deelden. Nieuwe vrienden, nieuwe verhalen, herinneringen voor het leven.

We hebben onze grenzen verlegd

Nu ik dit zo opschrijf, dringt pas echt door wat we hebben gedaan. We hebben samen onze grenzen verlegd, elkaar gesteund, en onszelf uitgedaagd op een manier die je alleen in een race als deze tegenkomt. Dit was zonder twijfel het zwaarste wat ik ooit in mijn leven heb gedaan, maar het smaakt naar meer. Op naar de volgende uitdaging. Ik zie jullie allemaal weer… ergens op de trails.

 

 

 

 

 

 

Ben jij ook op zoek naar een uitdaging?

Met deze supersnelle warming-up sta jij altijd goed voorbereid aan de start van een event. Wij organiseren meer dan 46 trails per jaar, met afstanden van 6 tot 109km!

Begin jouw avontuur als trailrunner op de mooiste paden van Nederland! Neem een kijkje op onze Trail Events kalender om te zien welke trail binnen jouw planning past.

Zien we jou binnenkort?

Trail Events kalender

Meer door Joffrey

Wis filter
Filter op categorie
Laden...

Niets gevonden

Deel deze pagina: